WAT GEBEURD ER IN JE LICHAAM WANNEER JE ROOKT?
Wanneer je wilt begrijpen wat er gebeurt in je lichaam als je stopt met roken, helpt het ook om te weten hoe je lichaam reageert als je rookt. En terwijl je dit leest zou ik zeggen: “Steek er een op terwijl je begint te lezen van dit verhaal. Dit om te kijken welke lichamelijke reacties je werkelijk kunt voelen”.
Misschien gaat dat gemakkelijker bij de eerste sigaret ’s morgens of bij de eerste na een paar uur dan bij de zoveelste achter elkaar. Ben je een je sigaar- of pijproker, of kauw je of snuif je liever tabak, dan zijn deze adviezen ook voor jou bestemd, maar de fysieke reacties zijn in die gevallen meer geconcentreerd op keel en mond dan op de longen.
Ben je nu er klaar voor? Steek hem maar op.
Binnen enkele seconden na de eerste trek aan een sigaret, sigaar of pijp worden nicotinedruppeltjes door het zachte weefsel in de mond en de keel opgenomen. Binnen tien tot negentien seconden begint de nicotine de hersenen te beïnvloeden, waardoor er adrenaline vrijkomt. Adrenaline is een hormoon dat het lichaam normaal vrijgeeft op momenten van stress, om u alerter te maken, klaar om uw mannetje te staan en te vechten of van het gevaar weg te vluchten. Je produceert adrenaline voor een examen of wanneer je wordt belaagd door iemand die jou, zwaaiend met een mes, wil beroven.
Binnen een minuut nadat je het eerste trekje hebt genomen, gaat je hart sneller kloppen door de adrenaline. Daarna kan het binnen 10 minuten het aantal slagen met 30% zijn opgelopen. Rokers noemen dit ook wel de “kick”. Adrenaline vernauwt ook de bloedvaten in de huid maar ook in de ingewanden, zodat er extra bloed in de spieren komt en jij hard kunt lopen als dat nodig is.
Ondertussen wordt de zuurstof in je longen vervangen door koolmonoxide. De rode bloedcellen die gewoonlijk zuurstof uit je longen in de bloedbaan aanvoeren, brengen in de plaats daarvan koolmonoxide in, waardoor er een lichte duizeling in je hoofd voelt. Sommige mensen noemen dit ook wel “draaierig worden” of gaan “tollen”. Wanneer dit effect optreedt, lijd je tijdelijk aan een zuurstofgebrek, waardoor je zenuwstelsel licht spastisch raakt. Mogelijk voel je ook een lichte tinteling in je vingers en tenen, omdat ze niet de benodigde zuurstof krijgen.
Ondertussen neem je natuurlijk alweer een trekje.
Er is enige discussie over geweest, maar de medische wereld is het er in 2000 over eens geworden dat nicotine zeer zeker het verslavende element is in tabaksartikelen en effecten heeft op de hersenen die vergelijkbaar zijn met die van heroïne en cocaïne.
Wanneer je begint met roken, zorgt nicotine ervoor dat er een chemisch stofje in je hersenen wordt vrijgegeven waardoor jij je (schijnbaar) goed voelt: dopamine. Dit levert het “genot” van een sigaret. Maar na een tijdje onderdrukt nicotine juist de vrijgave van dopamine.
Neem ondertussen nog even bewust een trekje.
Een roker heeft natuurlijk steeds grotere hoeveelheden nicotine nodig om zich “normaal” te voelen, en gaat die dwangmatig gebruiken om het vervelende gevoel te vermijden dat bij gebrek eraan ontstaat.
Geniet je nog steeds van die sigaret die je nu rookt? Of ben jij je ontwenningsverschijnselen aan het wegwerken die je gevoeld hebt voordat je deze sigaret opstak?
We hebben gezien dat nicotine een stimulerend effect heeft en een reactie op stress in het lichaam losmaakt, maar een van de paradoxen van de chemische stof is dat het in grotere hoeveelheden en op de langere termijn ook een kalmerend effect heeft. Bij hoge doses krijg je een vergiftiging, die tot braken en misselijkheid, stuiptrekkingen of zelfs tot de dood leidt.
Oh ja, neem ondertussen weer even een flinke trek aan je sigaret en laat de woorden, die je tot nu toe gelezen hebt, tot je doordringen!
Slechts 60 mg nicotine op de tong (een vijfde van het gewicht van een aspirine) kan een volwassen man doden, en kleine kinderen die rondslingerende sigaretten opeten, krijgen een ernstige vergiftiging. Rokers kennen allemaal wel het misselijke gevoel en de geïrriteerde zenuwen als ze teveel hebben gerookt; dit zijn symptomen van nicotinevergiftiging.
Zo, nog even ondertussen een laatste trek van deze sigaret en dan de asbak in.
De versterkte fysiologische reacties duren zo lang als de sigaret en beginnen de uren erna geleidelijk af te nemen, tot de nicotine uit je systeem is verdwenen of aangevuld. Binnen één tot twee uur na je laatste sigaret vertoon je lichamelijke symptomen die zijn toe te schrijven aan gebrek aan nicotine. Je hartslag vertraagt, je voelt je rusteloos en gestrest en je verlangt weer hevig naar nicotine, dat wordt opgeheven wanneer je de volgende sigaret opsteekt. Daarom steken de meeste rokers er elke één of twee uur weer eentje op; het gemiddelde aantal sigaretten per roker is veertien op een dag. Misschien bij jou wel meer.
Begin je al weer trek te krijgen in een sigaret?
Door het ontspannen gevoel wanneer je weer een sigaret opsteekt na een periode zonder sigaret, geloof je dat roken helpt tegen stress, terwijl roken in de eerste plaats de oorzaak is van stress, doordat adrenaline – het stresshormoon – wordt vrijgegeven.
En heb je een sigaret opgestoken?
Wanneer je een filtersigaret hebt gerookt, heb je vast wel de teerafzettingen gezien die een cirkel vormen op het witte filtermateriaal. Houd je jezelf niet voor de gek door te denken dat de filter alle teer heeft tegengehouden. Tegelijk met de rest van de ingrediënten in tabaksrook worden ook teerdeeltjes in de longen geïnhaleerd. De slijmcellen in je longen doen hun best om de indringers te verjagen, waardoor je bruin gevlekte slijm ophoest, maar er blijft nog heel wat teer over dat een laagje op de celwanden vormt. In de loop der tijd worden deze deeltjes geabsorbeerd en veroorzaken littekens op de zachte weefsels.
Wanneer de longcellen beschadigen, beginnen ze te veranderen in abnormale kankercellen, maar als je een sterk afweersysteem hebt, herkennen jouw witte bloedlichaampjes de abnormale cellen als “lichaamsvreemd” en vernietigen die. Het probleem is dat je afweersysteem onder enorme druk staat, omdat het elke keer dat je een sigaret rookt, in verhoogde staat van paraatheid wordt gebracht en in de loop der tijd overweldigd kan raken. Als je vaak last hebt van verkoudheid, een koortslip of andere infecties en het duurt lang voor je er weer van af bent, is dat een teken dat je afweersysteem overbelast is.